In totaal werden in 1996 30 soorten vastgesteld, een groot aantal op circa 500 ha (incl. randeffecten en kanaal). Volgens de "Ecologische Atlas van de dagvlinders van Noordwest Europa" (F.A.Bink) is het gemiddeld aantal soorten in een blok van 25 km2 in Nederland 24. Het beste blok in Nederland telt 36 soorten. Om een goede vergelijking te kunnen maken de volgende berekening:
30 soorten (in 1 jaar !!) op een gebied van 500 ha kan omgerekend worden naar 2500 ha als men bedenkt dat het aantal soorten toeneemt met 10*log (oppervlakte) . Deze berekening levert als uitkomst voor het Singraven op 38. Dit geeft aan hoe rijk dit gebied (met het kanaal Almelo-Nordhorn) is.
Een andere methode werkt met de formule: 10*log S = 1,088 + 0,21 10*log A
In deze formule zijn de konstanten ontleend aan de situatie in Nederland.
S staat voor aantal soorten en A voor het oppervlak in km2. Op grond hiervan kom ik voor 500 ha op een aantal van 17 soorten vlinders, hetgeen aanzienlijk lager is dan feitelijk aanwezig is op het Singraven. In rijke buitenlandse gebieden wordt voor de factor 0,21 een grotere waarde genomen.
Een derde methode spreekt van diverstiteit en betrekt daarbij naast het aantal soorten ook het aantal individuen. Deze methode is (nog) niet toepasbaar in het Singraven.
Overigens zijn de eerste twee methoden minder geschikt voor kleinere gebieden is en de derde methode leent zich daar wel voor. Toch mag men de conclusie trekken dat het landgoed Singraven en on-middellijke omgeving bijzonder rijk is aan vlinders.
In een volgend jaar zal een onderzoek naar aantallen uitgevoerd worden, zodat de diversiteit bepaald worden (zie verslag 1998)
(bron: "Ecologische Atlas van de dagvlinders van Noordwest Europa" (F.A.Bink))